Methode voor leerkrachten in het dovenonderwijs

Portfolio Image

Project Description

Silent Work heeft samen met lokale experts een onderwijsmethode ontworpen voor Afrikaanse leerkrachten in het dovenonderwijs: Langue Colorée. De methode is ontwikkeld voor Afrika, passend bij lokale culturen, leefwijzen en religies. Inmiddels werken leerkrachten in Mauritanië, Senegal, Mali, Congo en Rwanda met Langue Colorée. Silent Work leidt regelmatig leerkrachten op in de methode en verzorgt jaarlijkse opfriscursussen voor het nieuwe curriculum.

Langue Colorée is een volledige beschrijving voor het lesprogramma, inclusief visualisatiemateriaal. Leerkrachten hebben zo een dagelijkse handleiding. Extra belangrijk, omdat ze nog vaak alleen werken waardoor ze collegiaal overleg missen.

Alt Text

Langue Colorée biedt deze studie- en lesmaterialen:

De boeken:

  • Pedagogiek (algemeen en speciaal voor Doven in Afrika)
  • Visualisatie en Cercle Rouge (leren lezen en schrijven)
  • Werkboek
  • Gedrag bij voorbeeld

2 DVD’s en 2 gebarenwoordenboeken met 1000 gebaren in 1) American Sign Language en 2) Arabische gebarentaal en 1 DVD met 1000 pictogrammen, aangevuld en deels gewijzigd in typisch Afrikaanse gebaren aangepast aan de cultuur en religie.

En een volledig curriculum.

DeafNET publiceerde de gebaren voor Mauritanië en Senegal op DVD/video, waarvan hier een illustratie:

De leerkrachten en de ouders maken het lesmateriaal voor de kinderen grotendeels zelf. Ieder kind krijgt een A4-schoolbordje + smalle bordjes waarop ze kunnen tekenen en schrijven.

De methode is erop gericht om zo eenvoudig mogelijk met eigen middelen – vooral door visualisatie – het dove kind te leren lezen en schrijven. Ook rekenen en andere vakken als aardrijkskunde en geschiedenis kunnen worden gegeven.

De leerkracht werkt in thema’s die dichtbij de belevingswereld van het kind liggen. Voor het eerste jaar bijvoorbeeld: kennismaking (wie ben ik en wie ben jij), familie, dorp of wijk, school, regenseizoen, eten en drinken. Deze onderwerpen komen in de volgende leerjaren terug en dan wordt de woordenschat uitgebreid. Steeds wordt een plaatje gecombineerd met een gebaar en een woord. Bij elk thema beginnen de kinderen een tekening te maken over dit thema en de leerkracht vertelt in gebarentaal een verhaal. De kinderen leren de woorden die in de eigen tekening voorkomen.

Het visualiseren van de lessen en het uitspelen van de situaties door de kinderen is van enorm belang. Zo kunnen de kinderen leren zonder de situatie beleefd hebben. Het prikkelt de belangstelling en fantasie, waardoor leren ook voor dove kinderen leuk is.

Je moet je namelijk voorstellen dat dove kinderen in Afrika vaak pas veel later naar school gaan -soms pas met 12 jaar –  en niet zoveel van de wijdere omgeving zien en leren. Zij horen immers ook de verhalen van broers, zussen, ouders en vriendjes niet.

Als dove kinderen dan op school gebaren leren, vraagt het heel veel van hun concentratie. Ze moeten de voor hen onbekende gebaren en mimiek leren begrijpen, en daar dus voortdurend op gericht zijn. Even wegkijken en ze missen de informatie. Ze luisteren met hun ogen en spreken met hun handen.

Daarom zijn visualisatie en humor extra belangrijk. Het maakt het voor hen boeiender en zo komen ze aan leren toe!

Project Details