Na 14 jaar een nieuwe Toyota – een lang verhaal…

Na 14 jaar een nieuwe Toyota – een lang verhaal…

Na 14 jaar een nieuwe Toyota – een lang verhaal…

  • On 20 november 2015

De vliegen, ratten, kakkerlakken en vleermuizen zijn weg en manlief is gearriveerd!! Hoera… Dat ging niet vanzelf… Bij de douane in Nederland werd hij opgepakt. Het visum van Mauritanië zou een vreemd stempel hebben…
‘Wil meneer misschien via Mauritanië naar een ander land afreizen?’
Nee dat wilde meneer niet.
‘Toch maar even een deskundige erbij vragen.’
Dus wachten…
‘De deskundige wil dat een expert er ook even naar zal kijken, dat begrijpt meneer wel?’
Ja.. meneer begrijpt het wel. Maar het vliegtuig vertrekt over een half uur.
‘Dat is vervelend, maar het is voor uw en onze veiligheid.’
De expert laat even op zich wachten.
‘Meneer weet zeker dat hij naar Mauritanië gaat?’
Ja, dat weet hij zeker. Ook de expert kan niets vreemds vinden.
‘Als u snel bent, haalt u het vliegtuig nog, uw bagage brengen wij wel zelf.’
En zo niet?
‘Dan koopt u een nieuw ticket en vliegt u morgen of overmorgen. U hebt tijd genoeg begrijp ik uit uw ticket?’
Hij glimlacht ten afscheid en vertrekt. Manlief ook. En wat een wonder, hij haalt op tijd het vliegtuig. Ik ben te laat om hem op te halen. C’est l’Afrique… Maar samen zijn we blij, blij, blij…

De ratten hebben een ander onderkomen gevonden, de vliegenplaag is net zo snel als hij kwam weer verdwenen. De vleermuizen is een ander verhaal, die laten zich net als de kakkerlakken niet zo makkelijk verdrijven. Iedere avond komen ze ons huisje bezoeken, op zoek naar een gaatje om in te vliegen en hun kraakpand op te eisen. Maar het kraakpand heeft zijn rechtmatige bewoners en die stoppen elk gaatje en kiertje dicht. Ik heb zelfs muskietengaas voor de luiken besteld. We hebben geen ramen, dus open luiken zijn zeker in de nacht grote aantrekkelijk inbraakgaten voor de vleermuizen. We hebben samen de splinternieuwe auto opgehaald. Een feest, dat mag je toch aannemen. Nou nee… niet voor mij, nog niet: Eerst even wat geschiedenis: De auto zou in Brussel gekocht kunnen worden. Onze goede gever stelde alles in het werk om dit te realiseren. Maar hij mocht niet ingevoerd worden in Mauritanië. Ook niet zoals onze vorige auto in Gibraltar. Nieuwe regels? Of andere regels…

In Mauritanië een nieuwe auto kopen die besteld moet worden is een riskante zaak. Dus naar Senegal. Manlief is in Mauritanië, maar we weten precies wat we willen dus ik ga met Abdou, onze rechterhand, opgetogen naar de Toyota garage. Een Chinees is samen met een Senegalees min of meer de eigenaar.

We moeten kiezen tussen de Hilux en de Fortuner. In de eerste kan meer bagage en is stoerder, de tweede heeft meer zitplaatsen en de mogelijkheid voor een brancard. Dus ziekenvervoer. De Hilux heeft woestijnbanden nodig en op de achterkant moet een kap, anders mis je snel je bagage. Ook moet er een vangrail voor en achter op gemonteerd worden tegen de kamelen in Mauritanië.

Bellen met de goede gever over de verschillen en met manlief in Mauritanië. De Fortuner is duurder, maar ook comfortabeler, ligstoelen voorin en een betere vering. Met al dat ijzer in mijn botten en de enorme afstanden die wij afleggen het overwegen waard. Aldus voorzichtig besloten. De Fortuner, met Sahara banden en 4-wheeldrive, zelfde casco als de Hilux en meer personen om te kunnen vervoeren…Een feest!!!? Wacht even… Hij is er nog niet. Terug naar de garage.

Daar staat een glanzend zwarte Fortuner met alles erop en eraan, precies wat we nodig hebben. Alleen we willen geen zwarte. Daar beginnen de moeilijkheden.
‘Mevrouw, geen zwarte? Ik zie dat meneer (Abdou) breed grijnst bij de keuze van een zwarte.’ Kordaat zeg ik ‘IK NIET.’
‘De overheid in Mauritanië rijdt in dit type auto. Alleen in zwart. Wat is het probleem? Het is een prachtige auto, en u heeft hem snel. Uw man is het met mij eens.’
Abdou knikt enthousiast, maar ik meld even voor de zekerheid: ‘Hij is mijn man niet.’
‘Dat weet ik, maar ik weet zeker dat uw man een zwarte auto prachtig vindt. Niet waar meneer?’ Abdou knikt weer en voegt er nog eens aan toe dat hij werkelijk schitterend is! Ik negeer de jubelactie over de zwarte en vraag ‘wanneer kunt u een witte leveren?’
‘Dat duurt een maand.’
Geen probleem, een maand kunnen we wel wachten. Kunt u vandaag de order uitschrijven?’
‘Nee dat lukt niet meer.’
‘Dan morgen graag en het naar mij mailen, dan kan ik hem tekenen en kunt u hem bestellen.’ Beteuterd kijkt hij mij aan. ‘Weet u het zeker? Deze is direct leverbaar. Meneer hier vindt de zwarte een betere keuze.’
Bozig zeg ik: ‘Ik niet. Ik verwacht uw offerte uiterlijk morgen.’

Vijf dagen later geen offerte. Terug naar Toyota. Daar onder geruzie schrijft hij een nieuwe offerte en belooft die direct per mail te sturen. Inderdaad, drie dagen later komt de offerte per mail. Hij klopt, alleen de kleur is niet vermeld en de accessoires niet. De prijs is wel hetzelfde. We bellen, ik mail, we bellen weer, ik mail weer…. We gaan terug naar Toyota. Hij belooft een nieuwe offerte met een losse offerte voor de accessoires. Die komt een dag later al. Ik blij… niet met de verkoper maar met de offerte. Even controleren, alles is in orde, alleen geen vermelding dat ik een witte wil. Te boos om te bellen. Te boos om te mailen. Ik been terug naar de garage met Abdou in mijn kielzog.

Ik stap binnen en vraag, na een goede morgen aan onze verkoper, direct naar de directeur. Mijn stem is niet vriendelijk, ik ben ook niet vriendelijk. Abdou probeert mij van gedachten te veranderen. Maar dat lukt niet meer.
‘Wat is nu helemaal het probleem?’, vraagt de verkoper op een kindertoontje.
Ik pak de uitgeprinte mail uit mijn tas en wijs op de invulling: ‘Omdat u blijkbaar grote moeite heeft om “wit” in te vullen bij de kleur van de auto, vraag ik om een onderhoud met de directeur, die misschien wel weet hoe je “wit” moet schrijven.
De verkoper nu ook boos: ‘De directeur houdt zich niet bezig met dit soort gedrag, zeker niet met ongefundeerde klachten.’
‘Geef mij zijn naam en telefoonnummer dan neem ik zelf contact met hem op.’ Kwaad reageert de man: ‘Die geef ik niet. Beheers u en sla niet zo’n toon tegen mij aan.’
Abdou maakt excuus voor mijn gedrag: ‘zij is een vrouw weet u en kent de omgangsregels hier niet…’
Ik pak mijn papieren bij elkaar, stop die in mijn tas en loop zonder groet de zaak uit. Razend. Bij de deur kijk ik even om, om te zien of Abdou aanstalten maakt mij te volgen of niet. Ik zie hem nederig buigen en knikken, glimlachen en uiteraard excuses maken voor het gedrag van de dame. De volgende morgen heb ik een offerte met de ingevulde kleur in mijn mailbox. Ik teken en stuur hem terug. Er zijn geen meerdere Toyota zaken in dit land dus kies ik eieren voor mijn geld. Maar een feest…? Nee dat is het (nog) niet.

De betaling vooruit rechtstreeks van Nederland naar Senegal bleek lastig. Bij mijn aankomst in Senegal ga ik met een cheque naar Toyota, onze meneer blijkt op vakantie, dus krijg ik (blij, blij) een andere verkoper. De auto blijkt niet besteld. Hij zoekt alles af. Maar geen overeenkomst te vinden, maar ik heb hem in mijn tas. Deze man probeert de zending te bespoedigen, omdat de fout bij hen ligt, zo verklaart hij. Drie dagen later belt hij dat de auto rond 15 oktober in Senegal arriveert, hij zal met voorrang worden gereed gemaakt, en de accessoires worden gemonteerd. Onze ‘eigen’ verkoper is dan weer terug en handelt het verder af. Ik ben niet blij…en vrees het ergste.

15 oktober 9 uur sta ik voor de deur van Toyota. Onze verkoper is terug van vakantie, hij groet alleen Abdou. Mij laat hij staan en hij gaat in de lokale taal verder in gesprek met Abdou. Hij denkt duidelijk dat ik hem niet kan verstaan. De cheque was niet gedekt, zo vermeldt hij. Hij geeft de cheque terug aan ons. ‘Geen geld geen auto’, zegt hij met een glimlach. Dat begrijpt mevrouw.

We gaan naar de bank. Daar is niemand geweest om de cheque in te leveren. ‘Bij een ongedekte of foutief ingevulde cheque,’ zo vermeldt de directeur van de bank, met wie wij bevriend zijn, ‘vermelden wij dat altijd op de cheque.’ Ook bij telefonische navraag blijkt dat deze cheque nooit is aangeboden. Dia, onze vriend de bankdirecteur, belt met de directeur van Toyota en maakt de financiën in orde. ik vraag hem ook even onze verkoper te bellen dat de betaling in orde is, op de laatste 10% na, die ik wil betalen bij aflevering.

Terug naar Toyota. Geen verkoper, geen directeur. Een landelijke feestdag. Nou niet echt voor mij! We bellen, en nog eens, en nog eens. Naar onze vriend de verkoper. De auto is er nog niet. Vreemd want op de computer bij de vervangende verkoper heb ik duidelijk 20 oktober zien staan bij het hoofdje aflevering. Bij ingeving bel ik naar het bedrijf dat de vangrails en de Imperial erop moet zetten. En ja hoor, de auto, een witte, op mijn naam, staat al dagen klaar, alles gemonteerd, te wachten op het ophalen door Toyota voor de aflevering. Wij gaan kijken. Ziet er allemaal prachtig uit en we gaan terug naar Toyota. Ik vraag niet, ik zeg: ‘morgen kom ik met mijn man de auto ophalen om 10 uur. En u zorgt dat hij hier klaar staat.’ Met een (valse) glimlach keert hij zich om.

Samen met Demba stappen we Toyota binnen. Demba wordt met alle egards ontvangen. Helaas, helaas, de auto is nog niet rijklaar… Demba knikt vriendelijk naar de verkoper en stapt zonder vragen het kantoor van de directeur binnen. (Het kantoor is boven en verborgen achter gangetjes, maar Demba had geïnformeerd bij de autowasser, waar hij het kantoor van de directeur kon vinden.) Hij zegt na een begroeting: ‘Mijn vrouw heeft een klacht over een van uw verkopers. Ik neem aan dat u tijd heeft om daarnaar te luisteren.’ Hij zegt mijn naam en vertelt ter introductie dat ik probeer een Toyota Fortuner te kopen, maar dat dat wordt verhinderd door de verkoper.

Binnen een half uur wordt onze witte gewassen en gepoetste splinternieuwe Toyota naar binnen gereden. Wij controleren alles en ik haal een roestige jerrycan eruit. Er waren er twee besteld: een voor water een voor diesel. Er komen direct twee nieuwe. De papieren worden getekend, de verzekering geregeld. En een grote bos bloemen wordt bezorgd. We stappen in en rijden, nee zoeven over de weg, en vertrekken diezelfde avond nog naar ons huisje 125 km boven Dakar.

Toch een feest… deze Toyota, een nieuwe vriend die hopelijk nog lang zonder problemen door het mulle zand kruipt…

C’est la vie , c’est l’Afrique.

Een blij en dankbare groet uit Afrika, blij met mijn man, de auto en Afrika,

Wiljo Woodi.

P.S. Soms minder blij met mijzelf… Want al ligt een boomstam nog zo lang in het water, het wordt nooit een krokodil.